Statistische gegevens met betrekking tot het Guillain-Barré syndroom wijzen uit (cijfers bij benadering):
o Frequentie: 1 tot 2 gevallen per 100.000 inwoners per jaar (0,001 – 0,002 %); een zeldzame aandoening. (In Nederland 150 – 300 patiënten per jaar.)
o Ongeveer 70 % volgt op een infectie.
o De diagnose kan moeilijk zijn in het beginstadium van het syndroom.
o De ziekte is niet besmettelijk.
o De meerderheid van de patiënten ondervindt gevoelsstoornissen en allen ondervinden spierzwakte (lopen vaak moeilijk).
o Ondersteunende therapie, waaronder beademing, is de belangrijkste behandeling. De ziekte wordt in de acute fase bij ernstig aangedane patiënten geremd door middel van immuunglobuline of eventueel plasmaferese.
o Herstel kan gedurende maanden tot twee of meer jaren doorgaan; in deze fase is vaak revalidatie nodig.
o Ongeveer 10 – 35 % van de patiënten heeft langdurige maar geringe afwijkingen.
o Het overgrote deel van de patiënten, tot zo’n 98 % overleeft en de meesten van hen herstellen geheel of nagenoeg geheel.
bron:
Het syndroom van Guillain-Barré
Uitgave van Vereniging Spierziekten Nederland
Uitgave nr. D016